Zag afgelopen week het programma de “Boeddhistische blik” over meten en weten in het kader van het onderwijs waar de Cito toets ter discussie werd gesteld en naar mijn mening terecht. Al bij de invoering was dit het geval.
Insteek was ooit dat ook kinderen van “eenvoudige” ouders boven zouden komen drijven. Voor die tijd nam men voetstoots aan dat kinderen van deze ouders nooit een wetenschappelijke opleiding konden volgen en andersom juist wel.
Nadeel hier van is dat je nog jonge kinderen vanaf 5 jaar reeds confronteert met de stress van een toets. Dit kan tot ongewenste uitkomsten leiden. Terwijl juist kinderen een ontwikkeling doormaken met pieken en dalen en hierdoor extra bijlesjes moeten volgen terwijl dit allemaal later vanzelf recht getrokken zou kunnen worden. Na het afsluiten van de toets komt de stof verder niet aan de orde zodat verdieping ontbreekt.
De toets is noodgedwongen een afspiegeling van het gemiddelde zodat boven normale kinderen hier weinig uitdaging aan vinden.
Groot nadeel is dat de school die graag goed wil scoren zich in hun curriculum uitsluitend richten op de eisen die de toets stellen en de non-cognitieve vaardigheden zoals het leren leren, het zichzelf ontdekken en creativiteit ondergeschoven kindjes worden. Een leerling met een fenomenaal geheugen zal heel makkelijk de toetsen halen maar in het wetenschappelijk onderwijs vastlopen omdat daar andere eisen worden gesteld, die onderontwikkeld zijn.
Zelf ben ik een produkt van de pre Cito generatie. Kind van eenvoudige ouders die naar de Ulo werd gestuurd en daarmee klaar was. Pas veel later werd er met bloed, zweet en tranen in de avonduren een HBO-studie afgerond. Wij werden nooit geprikkeld, deden geen tussentijdse toetsen en alleen een toelatings examen voor de Ulo. Gevolg te lui om te leren en al jong aan het werk.
Maar ook nu met de Cito toets heb ik collegea gezien die het hele spectrum hebben doorlopen. Vmbo, Mbo, Hbo en universiteit. Of Mavo, Havo, Atheneum en universiteit.
Als alternatief werd de Open school aangehaald die de kinderen in batches liet afstuderen in eigen tempo en ze stimuleerde hierin diepgang te zoeken. Mocht een batch niet direct worden gehaald dan is er de mogelijkheid deze later met de kennis en vaardigheden van dat moment weer op te pakken. Ook op een praktijkschool waar kinderen leerden met hun handen dingen te creeeren bleek er uiteindelijk veel meer in de kinderen te zitten dan aanvankelijk gedacht.
Mijn conclusie is dat er van hogerhand weer eens kritisch naar de opzet van het huidige lager onderwijs gekeken moet worden.